donderdag 12 november 2009

Enkele beauforts van de 'Cycloon' waaien in nY #3



Twee weken geleden verscheen het derde nummer van nY. Zeer interessant is het dossier over de Duitse schrijver Reinhard Jirgl, met wie ik een voorvader deel: Arno Schmidt. Schmidts fonetische en typografische avontuurlijkheid is niet zonder invloed op Jirgl gebleven; ook de expressionistische metaforiek is een punt van overeenkomst. Waarin Schmidt mij heeft beïnvloed is lexicale en descriptieve exactheid en stilistische compactheid - ze waren al in mij aanwezig (via Joyce), maar Schmidt als bijna-tijdgenoot (hij stierf in 1979) was een inspiratie en bemoediging. Met de nog immer te onbekende Britse symfonicus Havergal Brian was Arno Schmidt mijn 'contemporaine god' gedurende mijn eenzame jaren tachtig. Zonder hen was ik niet wie ik nu ben.

In het nummer van nY staat ook een hoofdstuk uit Door het Oog van de Cycloon. De redactie, in het intro, zegt het volgende:

Het ritmische en visuele proza van Jirgl krijgt een tegenhanger in dat van J.Z. Herrenberg, wiens fragment 'Majesteit!' deel uitmaakt van een Grote Nederlandse Roman in wording. Het werk van deze voormalige writer in residence van yang begint ook elders voet aan de grond te krijgen, maar in nY publiceert hij een van zijn meest gewaagde en polyfone fragmenten. Het laat zien hoeveel rek er nog zit in de 'verschrijfkunst', in Jirgls definitie 'de verrijking van de alfanumerieke mogelijkheden voor een literaire tekst met het oog op een verhoogde precisie in het vertellen en beschrijven'.

Vleiend. En - verplichtend.

Aan de arbeid!